Het dak is een geschenk uit de hemel
- Admin
- 3 mrt 2018
- 3 minuten om te lezen
Vlaanderen staat voor een betonstop en steden moeten oplossingen zoeken om extra woonruimte bij te creëren. Het dak is een geschenk uit de hemel.
Het is nagenoeg onontgonnen terrein.
Maar bv in Rotterdam is men al goed op weg. De stad heeft zich de doelstelling opgelegd om tegen 2030 één vierkante kilometer aan multifunctionele daken te realiseren.
‘De daken zijn vrij, je zou wel gek zijn ze niet te gebruiken’
‘De daken zijn vrij, je zou wel gek zijn ze niet te gebruiken.’ Rotterdam heeft dan ook heel veel platte daken. Zo’n plat dak leent zich net iets makkelijker tot een tweede functie.
Rotterdam kan met zijn dakentypes een aardig stuk van het kleurenspectrum invullen. Het heeft groene daken (planten), gele (zonnepanelen) en blauwe (wateropvang).
Het chemisch bedrijf BP zit onder een dikke laag duindak, waardoor het gevaar bij explosies kleiner is. Een shoppingcenter is over de volledige oppervlakte bedekt met een groendak – dat geeft minder warmte door naar het gebouw, zodat de airco een paar standjes lager kan,...
In Antwerpen werd een nieuwe bouwcode geschreven, voor nieuwbouw of verbouwingen met een plat dak is het verplicht om een groendak aan te leggen met vetplantjes. Dat isoleert beter en het beschermt de dakbedekking. Het vangt fijn stof op. Het houdt het regenwater langer tegen, zodat bij grote regenval de riolen gespaard worden. En het is vooral een buffer tegen het hitte-eilandeffect, namelijk dat steden enkele graden warmer zijn, omdat het er overdag sterk opwarmt en ’s nachts minder afkoelt.
Het wordt nog beter als een groendak de schaalsprong kan maken tot een collectieve dakakker en er een groentenproductie op touw wordt gezet, zoals de Antwerpse daktuin Pakt. Het Gentse Rooffood verkoopt groenten die op een dakmoestuin van 500 vierkante meter boven een bedrijvencentrum geteeld zijn. Aan de slachthuizen van Anderlecht is zopas boven de Foodmet een daktuin van 4.000 vierkante meter in gebruik genomen. De groenteveiling van Roeselare is bovenop een logistiek gebouw een dakserre aan het bouwen.
‘Waarom zouden we ons beperken tot platte daken’, vraagt Peter Vanden Abeele, de pas aangestelde stadsbouwmeester van Gent zich af. ‘In Vlaanderen zijn er meer zadeldaken. Meestal beperkt een ingreep zich dan tot een dakkapel of een velux. Een aantal jonge architecten zijn dat aan het herdenken. Ze keren de woning bijvoorbeeld om en richten boven de woongedeeltes in. Zo zijn ze zeker van veel lichtinval.’
Ophogen
‘Om echt effect te sorteren, is het best in de steden te werken – waar de nood het hoogst is – en op grote daken. Ziekenhuizen, universiteitsgebouwen, scholen, en supermarkten lenen zich daar toe. En bestaande gebouwen gewoon ophogen.
In Frankrijk hebben ze de wet Alur, die toelaat om verticaal uit te breiden als men in ruil een gebouw renoveert. Architect Stéphane Malka speelde daar op in met zijn 3Box, een lichte doos van gerecycleerd staal en houten panelen, die op een huis werd gezet.
Ook in ophogen heeft Rotterdam al stappen gezet, bv de Karel Doorman-realisatie. Op een solide sokkel zijn twee woontorens van 70 meter toegevoegd. Op andere daken ontstonden hangplekken, dakparken, de rooftopbar Suicide Club, tennisvelden en dakdorpen voor studenten.
In Antwerpen realiseerde B2Ai op Park Spoor Noord een dakspeelplaats op een school. Iets soortgelijks zijn Xaveer De Geyter Architects aan de Gentse Dokken aan het doen.
De omgevende grond is niet beschikbaar of hij is te duur. Steeds meer bedrijven stockeren hun goederen daarom in de hoogte. Ophogen is niet alleen goed om te verdichten, je kunt er ook de dakruimte mee valoriseren. Een dak is geld waard. Slimme projectontwikkelaars zoeken platte daken die lager zijn dan die van de buren. Die mogen ze vervolgens even hoog bouwen.

(uit artikel 'De stad gaat uit haar dak' DeStandaard, 4 november 2017 Cultuur & Media)
Comentarios